e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

Gevonden: 5966
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
centiare, maat van 1 m2 centiare: sèntəaar (Montfort), vierkante meter: m2 (Montfort) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4
cervelaatworst droogworst: druëgwós (Montfort), drêûgwoosj (Sitt.)  drêûgwoos (Montfort), plokworst: worst van grof-gesneden vlees  blokwós (Montfort) droogworst [N 06 (1960)] || plokworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: chagrien (Montfort), chagrijnig: schraagreinig (Montfort), mismoed: mis mood (Montfort) chagrijn [SGV (1914)] || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)] III-1-4
champignon champignon: eigen spelling  champignon (Montfort), WLD  champignon (Montfort) Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)] III-4-3
christoffelmedaille sint-christoffel: sint kristoffel (Montfort) Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)] III-3-3
chrysant chrysant: -  crezante (Montfort), eigen spelling  krisant (Montfort) Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [DC 60a (1985)], [N 92 (1982)] III-2-1
ciborie ciborie (<lat.): ciborie (Montfort), siborie (Montfort, ... ) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] || Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei cichorei: chichorei (Montfort, ... ), chicorei (Montfort, ... ), chikerei (Montfort, ... ), siekərei: (Montfort, ... ), suikerij: soekerei (Montfort, ... ), sokkerij (Montfort) cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3
circus circus: circus (Montfort), serkøs (Montfort), cirque (fr.): serk (Montfort) Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)] III-3-2
cirkel, kring cirkel: cirkel (Montfort), cirkəl (Montfort), kring: krink (Montfort), perk: perk (Montfort), ring: ring (Montfort), rink (Montfort, ... ) cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)] III-4-4