e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

Gevonden: 5966
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
citroenmelisse citroenkruid: citroen kroet (Montfort), WLD  sətroenkroet (Montfort) Citroenmelisse (melissa officinalis de sterk naar citroen geurende blaadjes van deze plan gebruikt men in soepen, sausen en bij de inmaak van diverse artikelen, o.a. haring en paling (citroenkruid, averiet, averoen, melisse). [N 82 (1981)] I-7
citroenvlinder schoenlapper: schoenlapper (Montfort), vlinder: WLD  vlinder (Montfort) Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)] III-4-2
cocon cocon: cocon (Montfort), pop: pop (Montfort, ... ), WLD  pop (Montfort, ... ), rupsennest: roepsenest (Montfort) cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)] III-4-2
collectant collectant (fr.): kollektant (Montfort, ... ), kerkmeester: kirkmeister (Montfort) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecte collecte: kollekte (Montfort, ... ) De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collectebakje centenbak: centebak (Montfort), centenbakje: centebekske (Montfort), sentebekske (Montfort) Een collectebakje aan een lange steel [centebekske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteren collecteren (<fr.): kollektere (Montfort), met de schaal gaan: mit de sjaol gaon (Montfort) Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteschaal offerschaal: offersjaol (Montfort), schaal: schaol (Montfort) De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
collectezakje klingelbuidel: klingelbujel (Montfort), klingelbuul (Montfort) Een collectezakje (met belletje) aan een lange stok [kringel-, klingelsbuul?]. [N 96B (1989)] III-3-3
combinatietang combinatietang: kǫmbināsitaŋ (Montfort) Tang waarbij de gebruiksmogelijkheden van vasthouden, buigen en knippen van metaal gecombineerd zijn. De bekken van deze tang zijn voorzien van een getand plat deel en een rond gedeelte met tanden. Het onderste gedeelte van de bekken is als zijkniptang uitgevoerd. Aan weerszijden van het scharnier van de tang bevinden zich draadknippers. Zie ook afb. 149. [N 33, 166; N 64, 47c; monogr.] II-11