id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22735 | de plank missen | missen: mussen (Montfort), poedelen: poedele (Montfort) | De plank missen bij het kegelspel [henk, olie]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
23694 | de portiuncula-aflaat verdienen | in- en uitlopen: in en oet loupe (Montfort) | De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] III-3-3 |
23696 | de portiuncula-aflaat verdienen add. | toties quoties: tooties kwootsiees (Montfort) | De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] III-3-3 |
23290 | de roepen krijgen | in de roepen zijn: inne reup zeen (Montfort) | De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)] III-3-3 |
23723 | de rozenkrans bidden bij een overledene | de drie rozenkrans beden bij een dode: de drie roeazekrans baeje bie nen doeaje (Montfort), rozenkrans beden: rozekrans beeje (Montfort), waken: waake (Montfort) | De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)] III-3-3 |
33926 | de staart couperen | zwensen: zwęnsǝ (Montfort) | Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d] I-9 |
34273 | de stal uitmesten | uitkeren: ūtkē̜rǝ (Montfort) | De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11 |
18062 | de stuipen hebben | de stuipen hebben: stuupə huibbə (Montfort) | stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] III-1-2 |
19859 | de tafel dekken | de tafel gereedmaken: də tao:fəl gerei‧dma‧kə (Montfort), klaarmaken: klaor make (Montfort), klaor maken (Montfort), klaor-maake (Montfort) | tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1 |
24036 | de toog aankrijgen | de kleren aankrijgen: de kleier aankriege (Montfort) | De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)] III-3-3 |