e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

Gevonden: 5966
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
degelijk grondig: gronjig (Montfort), gronnig (Montfort), terdege: ter dege (Montfort), tèrdeegə (Montfort) degelijk te werk gaand zodat men erop kan vertrouwen [tedeeg, grondig] [N 85 (1981)] || grondig [SGV (1914)] III-1-4
deken deken: daeke (Montfort), deken (Montfort), dēͅkə (Montfort) Een deken, een geestelijke die belast is met het toezicht over enige parochies [däken]. [N 96D (1989)] || Rechthoekig vaak wollen kleed boven het laken op het bed dat dient als beschutting tegen de kou (sargie, deken) [N 79 (1979)] III-2-1, III-3-3
dekenaat dekenaat (<fr.): daekenaat (Montfort) Een dekenaat. [N 96D (1989)] III-3-3
dekken bespringen: bespringen (Montfort), dekken: dękǝ (Montfort), WLD  dékkə (Montfort) Het bevruchten van het vrouwelijk varken door het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 43, 20b; monogr.] || Hoe noemt u het vrouwelijke dier bevruchten (dekken, rijden, springen, remmelen) [N 83 (1981)] I-12, III-4-2
deksel deksel: dèksel (Montfort) deksel [SGV (1914)] III-2-1
deksel van een doodskist deksel: deiksəl (Montfort), deksel (Montfort) het deksel van een doodskist [scheel, roef] [N 87 (1981)] III-2-2
dempig dempig: dɛmpex (Montfort) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
den den: WLD  dèn (Montfort), spar: spar (Montfort), WLD  spàr (Montfort) De den (in het bijzonder de grove den) (den, del, mast, spar). [N 82 (1981)] III-4-3
denken denken: dinke (Montfort) denken [SGV (1914)] III-1-4
dennenappel denappel: den appel (Montfort), dennenappel: WLD  dènne-appel (Montfort), dennenknop: denneknoep (Montfort), WLD  dènneknoep (Montfort), dennenschobje: WLD  dènne-schuipke (Montfort) De vrucht van een den, denne-appel (prop, bol, kegel, knop, fobbes, kroot, krutje, rots, dop, papekul, noot, kooi, tod, pil, appel). [N 82 (1981)] || dennenappel [SGV (1914)] III-4-3