e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mopertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkens mesten masten: mastǝ (Mopertingen) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkenstrog trog: tru̯øx (Mopertingen) De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d] I-6
varkensvet gesmolten vet: gəsmoͅ.ltə veͅt (Mopertingen) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
vaste uitwerpselen stront: stro.nt (Mopertingen) Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11
vat vat: vǭ.t (Mopertingen  [(20 kg)]  ) Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.] II-3
vat, ton vat: vǭt (Mopertingen) Een vat of ton is uit houten duigen en twee bodems samengesteld en wordt met behulp van houten of metalen banden bijeen gehouden. Het middendeel ervan, de buik, heeft de grootste omvang. Vanuit het midden loopt het vat naar het boven- en ondereinde smaller toe. [N E, L; L 21, 40; monogr.] II-12
vazelzeug vazelzeug: vazelzeug (Mopertingen) Zeug die men in de wei laat lopen, zonder ze te willen vetmesten of voor de fok te gebruiken. Volgens de informant van Q 158a wordt dit varken in reserve gehouden als fokzeug. Het WNT (XVIII p. 956 s.v. vazelvarken) geeft als eerste betekenis "fokvarken" en als tweede "mager varken". Een vazelvarken wordt ook wel met opzet schraal gevoerd om het voor het fokken te gebruiken, naderhand ook om het gedurende de winter in leven te houden en dan tegen het voorjaar te gaan mesten (z. WNT XVIII p. 952 s.v. vazel III 3). [JG 1c, 1d, 2c; NE 2.I.8; N C, Q 111 add.; monogr.] I-12
vechten vechten: ze zien wier aon ⁄t vechten (Mopertingen) Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)] III-3-1
vechthaan soorthaan: soorthaan (Mopertingen), vechthaan: vechthaan (Mopertingen), vɛ̄.xhǭn (Mopertingen) Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
veearts artist: artes (Mopertingen) [JG 1a, 1b; Vld.; monogr.] I-11