| 34363 |
varkens mesten |
masten:
mastǝ (Q090p Mopertingen)
|
Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
| 33393 |
varkenstrog |
trog:
tru̯øx (Q090p Mopertingen)
|
De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d]
I-6
|
| 20646 |
varkensvet |
gesmolten vet:
gəsmoͅ.ltə veͅt (Q090p Mopertingen)
|
gesmolten vet [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
| 34272 |
vaste uitwerpselen |
stront:
stro.nt (Q090p Mopertingen)
|
Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.]
I-11
|
| 26650 |
vat |
vat:
vǭ.t (Q090p Mopertingen
[(20 kg)]
)
|
Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.]
II-3
|
| 32342 |
vat, ton |
vat:
vǭt (Q090p Mopertingen)
|
Een vat of ton is uit houten duigen en twee bodems samengesteld en wordt met behulp van houten of metalen banden bijeen gehouden. Het middendeel ervan, de buik, heeft de grootste omvang. Vanuit het midden loopt het vat naar het boven- en ondereinde smaller toe. [N E, L; L 21, 40; monogr.]
II-12
|
| 34313 |
vazelzeug |
vazelzeug:
vazelzeug (Q090p Mopertingen)
|
Zeug die men in de wei laat lopen, zonder ze te willen vetmesten of voor de fok te gebruiken. Volgens de informant van Q 158a wordt dit varken in reserve gehouden als fokzeug. Het WNT (XVIII p. 956 s.v. vazelvarken) geeft als eerste betekenis "fokvarken" en als tweede "mager varken". Een vazelvarken wordt ook wel met opzet schraal gevoerd om het voor het fokken te gebruiken, naderhand ook om het gedurende de winter in leven te houden en dan tegen het voorjaar te gaan mesten (z. WNT XVIII p. 952 s.v. vazel III 3). [JG 1c, 1d, 2c; NE 2.I.8; N C, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
| 21284 |
vechten |
vechten:
ze zien wier aon ⁄t vechten (Q090p Mopertingen)
|
Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
| 34466 |
vechthaan |
soorthaan:
soorthaan (Q090p Mopertingen),
vechthaan:
vechthaan (Q090p Mopertingen),
vɛ̄.xhǭn (Q090p Mopertingen)
|
Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
| 34270 |
veearts |
artist:
artes (Q090p Mopertingen)
|
[JG 1a, 1b; Vld.; monogr.]
I-11
|