e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mopertingen

Overzicht

Gevonden: 1389
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bronstig breustig: brē.stǝx (Mopertingen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
brood brood: brood (Mopertingen), broot (Mopertingen) (brood) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] || brood dat niet opgegaan is (brood) [ZND 33 (1940)] III-2-3
brouwen brouwen: brouwen (Mopertingen) Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.] II-2
brouwerij brouwerij: brouwerij (Mopertingen) De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.] II-2
brug brug: breg (Mopertingen) een houten brug [ZND 22 (1936)] III-3-1
bruid bruid: 1a-m; 22, 29a;  brood (Mopertingen) bruid [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: de breedjes (Mopertingen) Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
brullen brullen: bręlǝ (Mopertingen) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulse koe brul: brel (Mopertingen) Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b] I-11
brutaal assurant: hè es esserant (Mopertingen), astrant: astrant (Mopertingen) hij is vrijpostig (strant, astrant) [ZND 32 (1939)] || vrijpostig [ZND 32 (1939)] III-3-1