24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (Q090p Mopertingen)
|
angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)]
III-4-2
|
23259 |
angelusklok |
engel des heren:
den engel des heeren luid (Q090p Mopertingen)
|
De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)]
III-3-3
|
33617 |
appel, algemeen |
appel:
appel (Q090p Mopertingen, ...
Q090p Mopertingen)
|
[ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)]
I-7
|
20698 |
appelmoes |
appelmoes:
appelmoes (Q090p Mopertingen)
|
appelmoes [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
20753 |
appeltaartje |
appelvlaaitje:
appelvlèke (Q090p Mopertingen)
|
een klein appeltaartje, in de vorm van een halve maan [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
33100 |
aren lezen |
aren lezen:
ǫrǝ lęzǝ (Q090p Mopertingen),
oogsten:
ǭstǝ (Q090p Mopertingen)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|
32877 |
arend van de zeis |
ang:
ãŋ (Q090p Mopertingen),
haak:
hǭk (Q090p Mopertingen)
|
Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.]
I-3
|
18239 |
armband |
armband:
ermband (Q090p Mopertingen)
|
armband (Fr> bracelet) [ZND 32 (1939)]
III-1-3
|
21295 |
arme mens |
arme mens:
nen erme mins (Q090p Mopertingen)
|
een arme mens [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21489 |
armoede |
armoede:
eremoei (Q090p Mopertingen)
|
armoede [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|