e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moresnet

Overzicht

Gevonden: 622
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smaak smaak: šmâ.k (Moresnet, ... ) smaak: het spek heeft een ranzige smaak [N 10 (1961)] || smaak: mijn smaak is bedorven door die rotte appel [N 10 (1961)] III-1-1
snikken snuiven: šnuv.ə (Moresnet) snikken [snoffe] [N 10 (1961)] III-1-4
snurken snurken: šnő.rəkə (Moresnet) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
soldaten soldaten: de saldote mote gröte (Moresnet) De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] III-3-1
spade, spitschop schup: šø̄ ̞.p (Moresnet) Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.] I-1
spat koespat: kōšpat (Moresnet), spat: špat (Moresnet) Er zijn verschillende soorten spat. Een beenwoekering aan de voorknie, soms ter grootte van een vuist, noemt men voorkniespat, een harde verdikking aan de onder- of binnenzijde van het spronggewricht spat. De ziekte is ongeneeslijk en veroorzaakt veelal kreupelheid. Zie ook het lemma ''bolspat'' (7.27). Zie afbeelding 19. [A 48A, 54f; N 8, 90d, 90f, 90g en 90j] I-9
speeksel uitspuwen spijen: špøj.ə (Moresnet) spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)] III-1-1
spenen spenen: spiǝnǝ (Moresnet) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9
sperwer duivenstoter: (du‧v.ə)šty‧ə.tər (Moresnet) sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)] III-4-1
spier muskel (du.): mu.skəl (Moresnet) pees, spier [N 10 (1961)] III-1-1