18095 |
buikpijn |
buikpijn:
boekpijn (P181p Muizen)
|
ik heb buikpijn [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
17855 |
de berg afrollen |
afrollen:
de berg afrolle (P181p Muizen)
|
de berg afrollen [ZND 41 (1943)]
III-1-2
|
32311 |
definitieve band |
reep:
rīǝp (P181p Muizen)
|
De van ijzer gemaakte band die na het verwijderen van de sluitbanden om het vat of de kuip wordt gelegd. Al naar gelang van de plaats waar de band zich op het vat bevindt, onderscheidt men kopbanden, halsbanden en buikbanden. Zie ook deze lemmata. [A 19, 1a-c; L 34, 53; monogr.]
II-12
|
19167 |
deugniet |
deugniet van een kind:
deugniet van een keent (P181p Muizen)
|
een ondeugend kind [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
19684 |
deur |
deur:
dø̄jr (P181p Muizen)
|
[rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.]
II-9
|
31706 |
dissel |
dijsem:
dęi̯sǝm (P181p Muizen)
|
Een (korte of lange) boom of balk die aan het voorste asblok van de driewielige kar, de boomwagen of de wagen bevestigd is. De bespanning van de paarden wordt aan deze balk bevestigd. Naargelang de lengte onderscheidt men de korte of kromme dissel (meestal te vinden bij de driewielige kar en de boomwagen), waaraan ten hoogste twee paarden ingespannen konden worden en de lange dissel (meestal te vinden bij de wagen), waaraan twee of meer paarden ingespannen konden worden. De woordtypen die via een attribuut één van deze twee disseltypen aanduiden zijn samengebracht op het einde van het lemma. [N 17, 44a + 50b; N G, 70i-j; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2b; A 27, 19 + 21 + 22a; Lu 5, 19 + 21 + 22a; Wi 15; R 3, 93; L 33, 32; monogr.]
I-13
|
24137 |
doffer, mannelijke duif |
duifhaan/-hoorn:
davon (P181p Muizen)
|
duif, mannetje [ZND 39 (1942)]
III-4-1
|
24138 |
dons, nestveren |
pulver:
onduidelijk
pulver (P181p Muizen)
|
dons [ZND 35 (1941)]
III-4-1
|
34537 |
dooier |
doren:
dōu̯rǝ (P181p Muizen)
|
Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
20397 |
doopjurkje |
doopmantel:
du:pma:ntəl (P181p Muizen),
doopmanteltje:
du:pmɛntəlkə (P181p Muizen),
dy:pmɛntəlkə (P181p Muizen)
|
doopkleed [RND]
III-3-3
|