e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munsterbilzen

Overzicht

Gevonden: 1290
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smalle buikriem buikzeel: bǫu̯.k˲zē.l (Munsterbilzen) Riem of ketting die onder de buik van het paard doorloopt en beide strengen verbindt. Vergelijk ook lemma Brede Buikriem. [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 61] I-10
smeren smeren: smē̜rǝ (Munsterbilzen) Olie of vet in de naafbus doen om te voorkomen dat de asarmen vastlopen in de naafbus. [JG, 1a] II-12
smidse smis(se): smīs (Munsterbilzen) In het algemeen de werkplaats van een smid en meer in het bijzonder de plaats waar de smidsvuurhaard is ondergebracht. Zie ook afb. 1. [N 33, 5; S 33; JG 1a; JG 1b; monogr.] II-11
snede van het blad van de zeis het scherp: šɛ.rǝp (Munsterbilzen), snid: snī.t (Munsterbilzen), waat: wǭ.t (Munsterbilzen) De scherpe snijdende binnenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 4. Bedoeld is hier de algemene benaming voor de snijkant van de zeis. In sommige gebieden, met name in enkele dorpen tussen het waat-gebied (in het noorden van Belgisch Limburg) en het snede-gebied (in het zuiden ervan) wordt onderscheid gemaakt tussen de eigenlijke snede en het haarpad: de smalle rand die bij het haren op het zeisblad wordt geslagen en waarvan de snede het uiteinde vormt. Zie voor deze laatste het volgende lemma: ''haardpad''. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in gebracht.' [N 18, 68d; JG 1a, 1b, 2c; add. uit N 17, 100; monogr.] I-3
sneeuwx sneeuw: sni-j (Munsterbilzen) sneeuw [RND] III-4-4
snuit snuit: snū.t (Munsterbilzen), snūt (Munsterbilzen) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b] I-12, I-9
soepvlees ribben: rebə (Munsterbilzen) rib van het varken die als soepvlees dient [Goossens 1a (1955)] III-2-3
soldaat soldaat: suldo:t (Munsterbilzen) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: suldo:tə (Munsterbilzen) soldaten [RND] III-3-1
soorten mouwen raglanmouw: reglônmauw (Munsterbilzen) Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)] III-1-3