18195 |
kous: algemeen |
hoos:
hoas (Q022p Munstergeleen),
n kousen]:
haos (Q022p Munstergeleen)
|
kous [SGV (1914)] || kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18179 |
kousenband |
bindel:
binjel (Q022p Munstergeleen)
|
kousenband om het bovenbeen [bendel, binjel haozebendel, ongerbinjel, kousenbendel] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19621 |
kouter |
kouter:
kǫu̯tǝr (Q022p Munstergeleen)
|
Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.]
I-1
|
18678 |
kraag van een kraagmantel |
sjaalkraag:
sjaalkraag (Q022p Munstergeleen)
|
kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34491 |
kraaien, gezegd van de haan |
kraaien:
kręi̯ǝ (Q022p Munstergeleen)
|
[N 19, 49; Vld.; monogr.]
I-12
|
17562 |
kraakbeen |
knoers/knors:
knoosj (Q022p Munstergeleen)
|
kraakbeen [SGV (1914)]
III-1-1
|
32621 |
kraan van de metalen gierton |
kraan:
krān (Q022p Munstergeleen)
|
De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.]
I-1
|
17918 |
krabben |
dabben:
dabbe (Q022p Munstergeleen)
|
krabben [SGV (1914)]
III-1-2
|
18372 |
krakende schoen |
kraakschoen:
kraaksjoon (Q022p Munstergeleen)
|
schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
32072 |
kram |
kram:
(mv)
kręm (Q022p Munstergeleen)
|
Oog, haak of kram waarin het slaghout gestoken werd om het vast te zetten. [N 17, 21; N G, 56g]
I-13
|