e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onpaar omp: omp (Munstergeleen) onpaar [SGV (1914)] III-3-2
onregelmatig dorsen geen maat houden: gęi̯n [maat houden] (Munstergeleen) Nu eens hard en dan weer zacht slaan. In de vraag was de suggestie opgenomen: "kalfkes maken; met een kuuske en een kalfke dorsen". Voor de fonetische documentatie van de uitdrukking slaghouden, zie het lemma ''maat houden bij het dorsen'' (6.1.3). [N 14, 14a] I-4
onrijp onrijp: onriep fruit ête (Munstergeleen) fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid onrijp: onriep (Munstergeleen) onrijp [SGV (1914)] I-7
ontbijt morgenbrood: mörgəbroad (Munstergeleen) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 6 tot 7 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontbost terrein met een schop omwerken ruimen: rø̜i̯mǝ (Munstergeleen) Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a] I-8
ontginnen breken: brē̜kǝ (Munstergeleen) Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.] I-8
onvruchtbare geit steenbok: štęi̯nbok (Munstergeleen) De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12
onvruchtbare grond dorre grond: dǫrǝ gronjtj (Munstergeleen) Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.] I-8
onweersbui hommelbui: hommelbuuj (Munstergeleen, ... ) donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)] III-4-4