e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
processie processie (<lat.): percesse (Munstergeleen) processie [SGV (1914)] III-3-3
proeven proeven: preuve (Munstergeleen, ... ) proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] III-1-1, III-2-3
pronken pronken: bronke (Munstergeleen, ... ) prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)] III-1-3
pronkveer op een hoed stensveertje: [vgl. WNT: stensen, dwingen, pruilen]  sjtensvéérke (Munstergeleen) pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
provisiekast, etenskast schap: sjaap (Munstergeleen) schaprade [SGV (1914)] III-2-1
pruis pruis: Pruusj (Munstergeleen) Pruis [SGV (1914)] III-3-1
pruisen pruises: Pruusjes (Munstergeleen) Pruisen (land) [SGV (1914)] III-3-1
prutser sukkelaar: ps. boven de ê staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  sukkelêr (Munstergeleen) sukkelaar [SGV (1914)] III-1-4
pudding pudding: pudding (Munstergeleen) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puimsteen puimsteen: pø̜jmštęjn (Munstergeleen) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9