18693 |
pullover |
pullover:
pullover (Q022p Munstergeleen)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
naas:
nās (Q022p Munstergeleen),
punt:
pønt (Q022p Munstergeleen)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
25014 |
punt, stip |
punt:
punt (Q022p Munstergeleen)
|
punt [SGV (1914)]
III-4-4
|
18610 |
pyjama |
pyjama {pijama}:
piejama (Q022p Munstergeleen)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19079 |
raad |
raad:
road (Q022p Munstergeleen)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
33452 |
raampje in een poort |
kijkvenster:
kīk˲venstǝr (Q022p Munstergeleen)
|
Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b]
I-6
|
19057 |
raar, vreemd |
raar:
raar (Q022p Munstergeleen),
vreemd:
ps. boven de ê staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.
vrêm (Q022p Munstergeleen)
|
01; vreemd [SGV (1914)] || raar [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
28447 |
raat |
(het) werk:
wɛrk (Q022p Munstergeleen)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
roae (Q022p Munstergeleen)
|
raden (ww.) [SGV (1914)]
III-1-4
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
ruffele (Q022p Munstergeleen),
ruffelen:
røfǝlǝ (Q022p Munstergeleen)
|
rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|