30039 |
trilbeton |
trilbeton:
trel[beton] (Q022p Munstergeleen)
|
Betonsoort die wordt verkregen door de betonspecie met behulp van een triltafel of door middel van betontrilnaalden die in de specie gehouden worden, te verwerken. Op deze wijze ontstaat een zeer dichte betonspecie met een watercementfactor van 0,45. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(beton)' het lemma 'Beton'. [N 30, 47b]
II-9
|
25051 |
troebel, vuil (water) |
troebel:
droebel (Q022p Munstergeleen)
|
troebel [SGV (1914)]
III-4-4
|
22393 |
troef |
troef:
troef (Q022p Munstergeleen)
|
troef [SGV (1914)]
III-3-2
|
21385 |
troep |
troep:
trup (Q022p Munstergeleen)
|
troepen (mv.) [SGV (1914)]
III-3-1
|
34300 |
troep biggen in het algemeen |
toom:
tǫu̯m (Q022p Munstergeleen)
|
In dit lemma wordt het begrip biggen of wat daarvoor in de plaats kan komen achter nest, toom enzovoorts niet gedocumenteerd. [N 19, 17; N 76, add.]
I-12
|
34464 |
troep kippen |
klocht:
klox (Q022p Munstergeleen),
toom:
tǫu̯m (Q022p Munstergeleen)
|
Varianten van kippen, hennen, hoenders enz. zijn niet gedocumenteerd. Zie hiervoor het lemma ''kippen'' (5.2.1). Alleen de benamingen voor troep zijn in dit lemma opgenomen. [N 19, 63; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; S 37; monogr.]
I-12
|
22848 |
troeven (mv.) |
troeven (mv.):
troeve (Q022p Munstergeleen)
|
troeven (mv.) [SGV (1914)]
III-3-2
|
29936 |
troffel |
metseltroffel:
mętsǝltrofǝl (Q022p Munstergeleen),
troffel:
trofǝl (Q022p Munstergeleen)
|
Metselaarsgereedschap, bestaande uit een metalen blad van driehoekige vorm aan een gekromde steel met houten handvat. De troffel wordt gebruikt om specie op de stenen te brengen en uit te strijken en om metselstenen op maat te hakken. Zie afb. 1a. Het woordtype schmeisstroffel was in Q 121 van toepassing op een troffel die bij het pleisteren werd gebruikt. De voorkant van het blad van deze troffel was, in tegenstelling tot dat van de gewone troffel, niet rond maar recht afgewerkt. Zie ook het lemma 'pleisteren'. [Wi 3; N 30, 7a; monogr.]
II-9
|
18857 |
troosten; troost |
troosten:
treùste (Q022p Munstergeleen)
|
troosten [SGV (1914)]
III-1-4
|
18690 |
trouwpak |
trouwpak:
trouwpak (Q022p Munstergeleen)
|
trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|