e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verhaal vertelsel: vərtèlsəl (Munstergeleen) verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verjaardag verjaarsdag: verjoarsdaag (Munstergeleen) verjaardag [SGV (1914)] III-3-2
verkeren vrijen: vrieje (Munstergeleen) vrijen [SGV (1914)] III-3-1
verkering hebben vrijen: vrieje (Munstergeleen) vrijen [SGV (1914)] III-2-2
verklaren verklaren: verkloare (Munstergeleen) verklaren [SGV (1914)] III-3-1
verkoper verkoper: verkuiper (Munstergeleen) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verliezen verliezen: verleeze (Munstergeleen, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
vernielen kapot maken: kapot make (Munstergeleen) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
versierde schouderdoek communieplag: communieplak (Munstergeleen, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
verspreid gras sprei: špręi̯ (Munstergeleen) Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98] I-3