e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

Gevonden: 2500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droge plekken in moeras bult: bø̜ljtj (Munstergeleen) Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9] I-8
drogen, droog worden (van gemaaid gras) drogen: drø̄ǝgǝ (Munstergeleen) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
dronken zat: zaat (Munstergeleen) zat [SGV (1914)] III-2-3
druilerig en koud weer nat (weer): eine naate zomer (Munstergeleen, ... ), naat (Munstergeleen, ... ) nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen druppen: druppe (Munstergeleen), hê drup van de rêge (Munstergeleen, ... ), hê drupde van de rêge (Munstergeleen, ... ) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: droevetros (Munstergeleen) druiventros [SGV (1914)] I-7
drukte, gedoe gedoens: gedoons (Munstergeleen) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
dubbel gezwad dobbel gemade/gemaai: dǫbǝl [gemade/gemaai] (Munstergeleen) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbele pik bikkel: bekǝl (Munstergeleen) Houwwerktuig met korte steel en twee in een punt uitlopende armen. Zie ook afb. 14b. [N 30, 19b; monogr.] II-9
dubbele toegangspoort van een gesloten erf opvaart: ǫp˲vārt (Munstergeleen) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6