e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

Gevonden: 2500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebint gebont(e): gǝbǫntj (Munstergeleen) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
gebluste kalk uitgebrande kalk: ūt˲gǝbrɛndǝ kalǝk (Munstergeleen) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9
gebreide kous strikhoos: sjtrikhaos (Munstergeleen) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts wollen muts: wölle mötsj (Munstergeleen) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3
gebrekkig gebrekkelijk: #NAME?  gebrìèkelig (Munstergeleen) gebrekkig [SGV (1914)] III-1-2
gebrekkig spreken stamelen: sjtamele (Munstergeleen), strotten: sjtrotte (Munstergeleen) getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)] III-3-1
gebruik gebruik: gebroek (Munstergeleen) gebruik [SGV (1914)] III-3-2
gedachtenis nagedachte: noagedachte (Munstergeleen) nagedachte [SGV (1914)] III-1-4
gedwee gedwee: gedwiè (Munstergeleen) gedwee [SGV (1914)] III-1-4
geelzucht geel verf: gêl verf (Munstergeleen) geelzucht [SGV (1914)] III-1-2