e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

Gevonden: 2500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesteven voorstuk van een overhemd voorfront: veurfrontj (Munstergeleen) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek fantasiebroek: fantesiebrook (Munstergeleen) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getob; tobben gemartel: gemarteld (Munstergeleen) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getuigen getuigen: getuge (Munstergeleen) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
getuigrek haamhanger: hāmhɛŋǝr (Munstergeleen), zadelhanger: zālhɛŋǝr (Munstergeleen) Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81] I-6
gevangenis gevangenis: gevangenis (Munstergeleen) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gêven (Munstergeleen) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Munstergeleen) gevoelig [SGV (1914)] III-1-1
gewas gewas: gǝwas (Munstergeleen) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
gewelf gewelf: gǝwø̜lǝf (Munstergeleen) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9