e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederstraat

Overzicht

Gevonden: 54

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
windroeden windroeden: węntrȳn (Nederstraat) Twijgen die men vastbindt op de naden van de dakschilden om het verwaaien van de dakbedekking tegen te gaan. De bandgaarden werden in L 291 vastgebonden met 'wijden' ('wijǝ') of 'witsen' ('wetsǝ'), in K 353 met 'dekbanden' ('dęk˱banǝ'). In K 316 gebruikte men 'dekgaarden' ('d'k˲gšrǝ') om het stro over de hele lengte van het dak vast te leggen. [N F, 10; N 4A, 34d; monogr.] II-9
wolfsdak dak bet twee noordhoeken: dãk˱ bęj twē nørhyk (Nederstraat) Zadeldak waarvan de topgevels zijn afgeknot. [N 4A, 23a; div.] II-9
wolfseinde half pannenhoofd: hāf panǝhøt (Nederstraat), noordhoek: nørhyk (Nederstraat) Driehoekig dakvlak boven een afgeknotte gevel. [N F, 47c; N 4A, 23b; N 4A, 23a; monogr.] II-9
zadeldak effen dak: ɛfǝ dǫ̃k (Nederstraat) Dak in de vorm van twee gelijkhellende, rechthoekige dakschilden, die in de nok samenkomen. [N 4A, 22; N 54, 170b; div.] II-9