e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288p plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trouwboekje trouwboekje: trouwbukske (Nederweert) trouwboekje III-2-2
trouwen trouwen: trouwe (Nederweert) trouwen III-2-2
trui tricot (fr.): trikoo (Nederweert) Zou die trui goed blijven in de was? [DC 40 (1965)] III-1-3
tuieren op de/een tuier zetten: op ǝn tȳr zętǝ (Nederweert), opǝ tȳr zɛtǝ (Nederweert), tuieren: tȳrǝ (Nederweert), tøi̯ǝrǝ (Nederweert) Een koe of geit laten grazen aan een touw dat met een paal in de grond bevestigd is. Men doet dit om het af te grazen stuk grasland te beperken. [N 3A, 14h; N 14, 71; L 27, 5; A 17, 20; JG 1c, 2c; Vld.; monogr.] I-11
tuierhamer klophout: klophǫu̯t (Nederweert) De zware, houten hamer waarmee men de tuierpaal in de grond drijft. [N 14, 73b en 74; N 3A, 14h; A 17, 20; monogr.; add. uit N 14, 71; S 15] I-11
tuierpaal tuierpaal: tȳrpǭl (Nederweert) De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71] I-11
tuierplaats tuier: tyr (Nederweert), tøi̯ǝr (Nederweert) Cirkelvormig stuk weiland dat een getuierde koe of geit kan afgrazen. [N 14, 72; monogr.] I-11
tuin hof: hoof (Nederweert), hove (Nederweert), hō.f (Nederweert) hof [SGV (1914)] || tuin III-2-1
tuinbonen kniebonen: kni-jboeën (Nederweert), knéjbooṇ (Nederweert), wollebonen: mv.  wölleboeëne (Nederweert), wollewantjes: wöllewantjes (Nederweert) Hoe noemt u: de tuinboon (vicia faba L. - fam. papilionaceae) (tuinboon, grote boon, flodderboon, boerenteen, huisboon, wul, platte boon, moffe(l)boon, moffel, labboon, walse boon, roomse boon, paardeboon, knaauwboon) [N 71 (1975)] || tuinbonen || tuinbonen, jonge || tuinboon I-7
tuinfluiter blauwververtje: blauwververke (Nederweert), grijsje: grieske (Nederweert), hoffluiter: de opgegeven betekenis is: "heggemus, tuinfluiter"; ondergebracht bij tuinfluiter  hoeëffluiter (Nederweert), tekkeguut: HB/HS 209 tekteguut in Weert  tèkkeguut (Nederweert), wijntempertje: of temperke? met andere metafoor?  wientemperke (Nederweert) tuinfluiter || tuinfluiter (16 donkerder dan grasmus [045]; niet zo talrijk; in bosstruiken; nest graag in braamstruiken; roep hard [tek]; zang is lang, vrij laag en brobbelend [N 09 (1961)] III-4-1