e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288p plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstandig verstandig: verstendig (Nederweert), verstendjig (Nederweert) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstelbare voerluiken koedekken: kudɛkǝ (Nederweert) Verstelbare luiken, die de voergang afscheiden van de voerbak en de koeienstand, komen vooral in het noorden van Nederlands-Limburg voor. Door de luiken wordt het voer vanuit de voergang in de voerbak gedaan. Waar deze onbekend zijn, zijn vaak benamingen voor een ruif voor koeien vermeld. Deze zijn verzameld in het lemma "ruif voor de koeien" (2.2.19). [N 5 A, 37d; monogr.] I-6
verstellen lappen: lappen (Nederweert) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen stokspelen: stokspeule (Nederweert), Sub stok doon.  stokspeûle (Nederweert), verbergspelletje spelen: verbergspeulke speul (Nederweert) schuilevinkje spelen [SGV (1914)] || Verstoppertje spelen. III-3-2
verstuiken verstuiken: verstøken (Nederweert) verstuiken [SGV (1914)] III-1-2
vertrouwen trouwen: trouwe (Nederweert) vertrouwen III-1-4
verwarmen, stoken stoken: stō.kə (Nederweert) stoken III-2-1
verwelken slapen: slaope (Nederweert), verslakkeren: verslakkere (Nederweert, ... ) verwelken || verwelkt zijn v planten III-4-3
verwoed kaarter kaartmoer: kaartmoor (Nederweert) Kaartmaniak. III-3-2
vespers vesper (lat.): də vespər (Nederweert) de vespers [RND] III-3-3