e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederweert

Overzicht

Gevonden: 3221
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladerdeeg schilferdeeg: schilferdeîg (Nederweert) bladerdeeg III-2-3
bladrozet van de paardebloem aardgal: mv.  aertgalle (Nederweert), papekroet  erdgalle (Nederweert) paardebloem, bladrozet van [SGV (1914)] || suikerij, wilde III-4-3
blaffen bellen: beule (Nederweert, ... ), beūle (Nederweert), blaffen: blaffe (Nederweert) blaffen [SGV (1914)] III-2-1
blaker blaker: blōͅkər (Nederweert) luchter III-2-1
blankvoorn, voorn geeloog: gaeloug (Nederweert), ruts: ruts (Nederweert), rutsje: rutske (Nederweert) blankvoorn || voorn III-4-2
blauw oog klutsoog: kloetsaug (Nederweert) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauwborstje maanvogel: maonvoogel (Nederweert), waternachtegaal: Str. geeft "witgesternde blauwborst"+ etym.aant.  waaternachtegaal (Nederweert) blauwborst || blauwborst (14 zomervogel met helderblauwe borst met witte stip (alleen de man), leeft verborgen in struiken bij het water; niet zo zeldzaam; zingt vaak vliegend; zang heel afwisselend, aapt allerlei vogels na; zang begint met [uuk...uuk...uuk] [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe bosbes bosbeer: bosbēēr (Nederweert), molsbeer: molsbeer (Nederweert), molsbeere (Nederweert), môlsbieër (Nederweert), waalsbeer: waolsbieër (Nederweert) bosbes || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] || bosbes, blauw || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe en bruine schimmel blauwe schimmel: blau̯ǝ sxømǝl (Nederweert), bruine schimmel: brunǝ sxømǝl (Nederweert) De blauwe schimmel is overwegend blauw of grijsblauw, met zwarte manen. Bij de bruine schimmels zijn allerlei schakeringen mogelijk: lichtbruin, donkerbruin, goudbruin, kastanjebruin, roodbruin, zwartbruin of geappeld bruin. Sommige gelijken in kleur sterk op de vossen, maar onderscheiden zich van deze door hun zwarte manen, staart en poten. In principe worden alle paarden die bruine of rode dekharen, zwarte manen en staart hebben, beschreven als bruin. [N 8, 63b] I-9
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Nederweert, ... ) reiger [SGV (1914)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1