20125 |
staart |
staart:
stert (L288p Nederweert, ...
L288p Nederweert),
stɛrt (L288p Nederweert, ...
L288p Nederweert)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-9, III-4-2
|
24250 |
staartmees |
langstaartje:
langstertje (L288p Nederweert)
|
staartmees (14 klein bolletje met heel lang staartje; maakt bolnest van veertjes en mos [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21272 |
stad |
stad:
stat (L288p Nederweert)
|
stad [RND]
III-3-1
|
28377 |
stal |
stal:
sta.l (L288p Nederweert)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|
24579 |
stam van de boom |
stam:
stam (L288p Nederweert)
|
stam
III-4-3
|
24728 |
stam van de knotwilg |
soets:
soe-ets (L288p Nederweert)
|
de ± 2 m. hoge stam van de knotwilg [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
20677 |
stamppot |
potage:
Fr. potage
petaa’zie (L288p Nederweert),
Moorepetaazie met zwerte woorst: wortelenstamppot met bloedworst
petaa’zie (L288p Nederweert),
Syst. WBD
petazie (L288p Nederweert),
stamppot:
Syst. WBD
stamppot (L288p Nederweert)
|
stamppot || Stamppot, heel in het algemeen [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20757 |
stamppot met stokvis |
pratmoes:
pratmoos (L288p Nederweert)
|
stamppot van stokvis met aardappelen, gestoofde groenten en aardappelmoes
III-2-3
|
22730 |
standbeeld |
standbeeld:
stanṭbi.əlt (L288p Nederweert)
|
standbeeld [RND]
III-3-2
|
25987 |
standerd |
standaard:
standaard (L288p Nederweert)
|
De zware verticale houten balk waar de vierkante romp of molenkast van de standerdmolen op rust. Zie ook afb. 12. [N O, 42a; A 42A, 90; Sche 12]
II-3
|