e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vensterluiken blinden: ble.ndjǝ (Nederweert), luiken: lū.kǝ (Nederweert), vensters: ve.nstǝrs (Nederweert) Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.] II-9
verbeterde pan tuile-tje: tȳlkǝ (Nederweert  [(id)]  ) Algemene benaming voor een dakpan die voorzien is van zijsluitingen. Volgens de invuller uit Q 95 was de verbeterde dakpan geribbeld (g\røb\lt) van vorm. In L 360 was de pan voorzien van een sluiting (sløjte!), in Q 3 van een dobbelsluiting (dǫb\lslǫwte!). [N 32, 44b; monogr.] II-8
verbodemen verbodemen: vǝrbȳǝmǝ (Nederweert) Een nieuwe bodem in de mand zetten. [N 40, 70; monogr.] II-12
verbruien verdraaien: verdrêen (Nederweert) verbruien [SGV (1914)] III-1-4
verdacht verdacht: verdaauwt (Nederweert) verdacht [SGV (1914)] III-3-1
verdieping stock (d.): stoͅk (Nederweert) etage, verdieping III-2-1
verdord dor: dör (Nederweert) dor III-4-3
verdriet; verdriet doen leed: leit (Nederweert), nodigheid: cf. Weijnen Etymologisch dialectwoorden boek p. 136-137 s.v. noeiïgheid  noeëjichheit (Nederweert), verdriet: verdreet (Nederweert) leed [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)] III-1-4
vergeetachtig persoon holkop: hoôlkop (Nederweert) vergeetachtig persoon III-1-4
vergeten vergeten: vergaete (Nederweert) vergeten III-1-4