e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vergiet doorslag: doorslaag (Nederweert), dō.rslāx (Nederweert) vergiet III-2-1
vergoeden vergoeden: vergoje (Nederweert) vergoeden [SGV (1914)] III-3-1
verhuizen verhuizen: vərhūzə (Nederweert), vertrekken: vərtreͅkə (Nederweert), vertuieren: vərtøi̯ərə (Nederweert) verhuizen III-2-1
verjaardag verjaardag: verjoardaag (Nederweert) verjaardag [SGV (1914)] III-3-2
verkeerd ronddelen vergeven: zich vergaeve (Nederweert) Verkeerd geven bij kaartspel. III-3-2
verkeren vrijen: vrieje (Nederweert) vrijen [SGV (1914)] III-3-1
verkering kennis: kinnes (Nederweert), sjans: cf. VD s.v. "sjans, sjaans"(fr.: chance "sjansen"= flirten  sjâns (Nederweert) kans, kontakt met een meisje || verkering III-2-2
verkering hebben aan zijn: aan’zeen (Nederweert), vrijen: vri-jje (Nederweert), vrieje (Nederweert) verkering hebben || vrijen [SGV (1914)] III-2-2
verkillen krimpen: krumpen (Nederweert), verkleuren: verkleuren (Nederweert) kleumen [SGV (1914)] || verkleumen [SGV (1914)] III-1-2
verkleumd stijf: stiēf vanne kaoj (Nederweert) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2