33610 |
erf |
hof:
hō.f (L288p Nederweert)
|
I-7
|
24971 |
ergens, hier of daar |
ergens:
ps. blz. 21 van deel 2 (N-W).
êrreges (L288p Nederweert),
evers:
Bijv.: Ich zeentj nevers.
evers (L288p Nederweert)
|
ergens || ergens, hier of daar
III-4-4
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
èèrt (L288p Nederweert),
ért (L288p Nederweert)
|
erwt || Hoe noemt u de volgende peulgewassen: erwt (pisum sativum - fam. papilionaceae) [N 71 (1975)]
I-7
|
20861 |
erwtensoep |
erwtensoep:
Verklw. ertesöpke
ertesop (L288p Nederweert)
|
erwtensoep
III-2-3
|
24729 |
esdoorn |
esdoorn:
-
esdoeêre (L288p Nederweert)
|
gewone esdoorn [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
20855 |
eten (ww.) |
bikken:
bargoens Ich bîn zoeë dao, ieërst mót ich nog effe bikke
bikke (L288p Nederweert)
|
eten
III-2-3
|
20719 |
etensresten |
greumeltjes:
Syst. WBD
greumelkes (L288p Nederweert),
klitsklatsjes:
uitsluitend mv. uitsluitend verklw.
klitskletskes (L288p Nederweert),
knauwelen:
Aetj di-j knoûwel zellef mer op
knoûwele (L288p Nederweert),
overschot:
Syst. WBD
overschoot (L288p Nederweert),
restjes:
Syst. WBD
restjes (L288p Nederweert)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)] || etensrestjes
III-2-3
|
18047 |
etter |
materie:
meteerie (L288p Nederweert)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
24143 |
europese kanarie |
geelvink:
gèèlvink (L288p Nederweert, ...
L288p Nederweert)
|
europese kanarie || kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dobbele koppel:
dǫbǝl [koppel] (L288p Nederweert)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|