e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L294p plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
olie olie: aolie (Neer) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
oliebol oliebol: Syst. WBD  aoliebó.l (Neer), òòliebul (Neer), oliekoek: Syst. WBD  òòliekook (Neer) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek oliekoek: Syst. WBD  òòliekook (Neer) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] III-2-3
omarmen omarmvollen: omervele (Neer) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
omheinen afmaken: āfmākǝ (Neer), pindraad trekken: pendrǭt trękǝ (Neer) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tūn (Neer) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omhooggaan naar boven gaan: nao boove gaon (Neer), omhooggaan: omhoog gaon (Neer) rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2
omhulsel van het teellid koker: kǭkǝr (Neer) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslagdoek (alg.) plag: plak (Neer), plaggetje: plèkske (Neer), snoelik: [sic]  snōēlik (Neer) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omtrek, omvang omtrek: omtrek (Neer) de hoofdlijn die de grenzen van een figuur uitmaakt en er de vorm van bepaalt [omtrek, omkant] [N 91 (1982)] III-4-4