e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L294p plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vruchtgebruik tocht: tocht (Neer) het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] III-3-1
vuil in sloten todder: (Rhône).  taoter (Neer) vuil, stro of zeewier in sloten of tegen dijken [geffeling, eek, vlot, lies, drift, geffel, gaf, bras, reek, deek] [N 81 (1980)] III-4-4
vuist vuist: voest (Neer) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuurtang, sinteltang vuurtang: vø&#x0304rtaŋ (Neer) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
waaienx waaien: wéje (Neer) waaien [N 22 (1963)] III-4-4
waaks waaks: ideosyncr.  waaks (Neer) Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)] III-2-1
waarderen estimeren: (estimer fr.).  ekstemeere (Neer) op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)] III-1-4
waarschuwen manen: Van Dale: IV. manen, 1. (iem.) met aandrang herinneren aan een verplichting, hem opwekken tot het vervullen ervan, m.n. tot betaling.  maane (Neer), waarschuwen: waarsjuwe (Neer) het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)] III-3-1
wachthouden bij een dode waken: waake (Neer) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2
wafel wafel: Syst. WBD  waofel (Neer, ... ) Wafel [N 16 (1962)] III-2-3