18932 |
beredderen |
afmaken:
aafmake (L294p Neer),
beredderen:
bereddere (L294p Neer),
on order brengen:
in aoder bringe (L294p Neer)
|
zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24916 |
bergx |
bergen (mv.):
mv.!
bèrrəch (L294p Neer)
|
berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
21527 |
bericht |
bericht:
bericht (L294p Neer),
tijding:
tièn (L294p Neer)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19540 |
berkenbezem |
berkenbezem:
birke baesem (L294p Neer),
birke bessem (L294p Neer),
gemaakt van berketakjes Zie tekening (midden (?))
birkebessem (L294p Neer)
|
bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18060 |
beroerte |
beroerte:
beroerte (L294p Neer),
beslag:
besjlaag (L294p Neer)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
28587 |
beroker |
beroker:
beroker (L294p Neer)
|
Rookverwekkend apparaat ter kalmering van de bijen, dat men met de hand of mechanisch bedient. Hiermee hoeft men niet, zoals bij een gewone tabakspijp, eerst in te ademen. Men kan er oude lappen, surrogaat-tabak, houtwol, droog mos en andere dingen in stoken. De beroker blijft doorsmeulen en wanneer men rook nodig heeft, doet men een paar slagen met de blaasbalg. Er zijn ook berokers die met een veer werken. Wanneer die opgewonden is, kan het apparaat zichzelf enige tijd aanjagen. Het type Vulcan werkt met zo''n veer. [N 63, 77e; N 63, 76b; N 63, 76a; N 63, 73d; Ge 37, 158; monogr.]
II-6
|
26051 |
berrie |
ber(ri)g:
børǝx (L294p Neer),
stelbomen:
štęlbø̜i̯m (L294p Neer)
|
Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20]
I-13
|
20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
besjummeldj (L294p Neer),
met haar derop:
mit haor derrop (L294p Neer)
|
beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20416 |
beschuit met muisjes |
beschuit met muisjes:
Syst. WBD
besjūūt mit muuskes (L294p Neer, ...
L294p Neer),
beschuit met muizenkeuteltjes:
Syst. WBD
besjūūt mét moezekèùtelkes (L294p Neer, ...
L294p Neer)
|
Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)]
III-2-2, III-2-3
|
20711 |
beschuitbol |
beschuitenbol:
Syst. WBD
besjūūteböl (L294p Neer)
|
Beschuitbollen, éénmaal gebakken en niet doorgesneden (bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|