e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neer

Overzicht

Gevonden: 3561
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beredderen afmaken: aafmake (Neer), beredderen: bereddere (Neer), on order brengen: in aoder bringe (Neer) zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)] III-1-4
bergx bergen (mv.): mv.!  bèrrəch (Neer) berg (bergen) [RND] III-4-4
bericht bericht: bericht (Neer), tijding: tièn (Neer) een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)] III-3-1
berkenbezem berkenbezem: birke baesem (Neer), birke bessem (Neer), gemaakt van berketakjes Zie tekening (midden (?))  birkebessem (Neer) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)] III-2-1
beroerte beroerte: beroerte (Neer), beslag: besjlaag (Neer) Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)] III-1-2
beroker beroker: beroker (Neer) Rookverwekkend apparaat ter kalmering van de bijen, dat men met de hand of mechanisch bedient. Hiermee hoeft men niet, zoals bij een gewone tabakspijp, eerst in te ademen. Men kan er oude lappen, surrogaat-tabak, houtwol, droog mos en andere dingen in stoken. De beroker blijft doorsmeulen en wanneer men rook nodig heeft, doet men een paar slagen met de blaasbalg. Er zijn ook berokers die met een veer werken. Wanneer die opgewonden is, kan het apparaat zichzelf enige tijd aanjagen. Het type Vulcan werkt met zo''n veer. [N 63, 77e; N 63, 76b; N 63, 76a; N 63, 73d; Ge 37, 158; monogr.] II-6
berrie ber(ri)g: børǝx (Neer), stelbomen: štęlbø̜i̯m (Neer) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
beschimmeld beschimmeld: besjummeldj (Neer), met haar derop: mit haor derrop (Neer) beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
beschuit met muisjes beschuit met muisjes: Syst. WBD  besjūūt mit muuskes (Neer, ... ), beschuit met muizenkeuteltjes: Syst. WBD  besjūūt mét moezekèùtelkes (Neer, ... ) Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3
beschuitbol beschuitenbol: Syst. WBD  besjūūteböl (Neer) Beschuitbollen, éénmaal gebakken en niet doorgesneden (bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3