e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pofbroek pofboks: pófbóks (Neer) plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
poffen op de pof kopen: oppe pof kôôpe (Neer), poffen: poffe (Neer) afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)] III-3-1
poffertje poffertje: Syst. WBD  poffertje (Neer) Poffertje [N 16 (1962)] III-2-3
pofmouw pofmouwtje: pofmuuke (Neer) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3
pokdalig de pokken hebben: de pokke hubbe gehadj (Neer), gepokt: gepoktj (Neer) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] III-1-2
pommelee, appelschimmel appelschimmel: apǝlšømǝl (Neer) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
ponder ponder: wegen  punjer (Neer) Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
poot omhoog poot-op: pūǝt˱ ǫp (Neer) Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k] I-10
pootgoed, pootaardappelen pootaardappelen: pǭt[aardappelen] (Neer), poter: pø̄i̯tǝr (Neer) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pootjebaden door poeltjes lopen: door peulkes loupe (Neer), pootjebaden: pèùtje baaje (Neer) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2