e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priem? (wbd) trekgeld: trekgeldj (Neer) bedrag dat uitbetaald wordt aan degene die bij de eerste verkoping, i.v.m. de openbare verkoping van huizen e.d. [vgl. vraag 15a] het hoogste bod heeft gedaan [trekgeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
priesterkoor priesterkoor: priesterkoeer (Neer) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: pri.zdər (Neer), pri.zə (Neer) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad pindraad: pendrǭt (Neer) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol ijsdop: iesdop (Neer) Een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen]. [N 88 (1982)] III-3-2
proberen bezien: bezeen (Neer), proberen: prebeere (Neer) een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)] III-1-4
proeven proeven: preuve (Neer, ... ) proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)] III-1-1, III-2-3
profiteren profiteren: proffenteere (Neer), proffeteere (Neer) een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] III-1-4
pronken pronken: pronke (Neer) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] III-1-3
proosten klinken: (oppe) gezondjheid (Neer) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3