23442 |
brandkast in de sacristie |
brandkast:
brandjkast (L294p Neer)
|
De brandkast, kluis of safe, waarin de heilige vaten bewaard worden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
33346 |
brandmuur tussen woonhuis en stal |
brandmuur:
brantmōr (L294p Neer)
|
De scheidingsmuur tussen het woongedeelte en de stallen van de boerderij. Doorgaans is dit de muur waartegen, aan de woonhuiskant, ook de schouw is aangebracht en die tot in de nok is opgetrokken. [N 5A, 22g en 32a; N 31, 41d; A 49, 6b]
I-6
|
24306 |
brasem |
brasem:
ideosyncr.
braisem (L294p Neer)
|
Hoe noemt u de brasem: een zoet- en brak watervis die voorkomt in stilstaande tot traagstromende wateren. Het lichaam is hoog en zijdelings afgeplat. De buikvinnen staan achter de borstvinnen voor de rugvin. De anaalvin is sterk ingesneden. De bovenste he [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33983 |
brede buikriem |
onderlicht:
oŋǝrlext (L294p Neer),
slagriem:
slāxrēm (L294p Neer)
|
Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73]
I-10
|
33138 |
breeddorser |
dorskast:
dǫrskast (L294p Neer)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
24475 |
brem |
brem:
brumme (L294p Neer)
|
brem [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
18392 |
bretel |
lits:
litse (L294p Neer)
|
bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21250 |
brief |
brief:
bre.f (L294p Neer)
|
brief [RND]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
bruisen:
brūǝsǝ (L294p Neer)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
28470 |
broed |
broed:
broed (L294p Neer)
|
Het geheel van eieren en larven in het broednest, onderverdeeld in open broed (eitjes en larven) en gesloten broed (het popstadium). [N 63, 20a; N 63, 18; Ge 37, 64]
II-6
|