e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerbeek

Overzicht

Gevonden: 1219
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geloven geloven: gluive (Neerbeek) Geloven [gleuve, geluuëve, gluive]. [N 96D (1989)] III-3-3
generale absolutie generale absolutie (<fr.): ein generale absolutie (Neerbeek) Een generale absolutie, waaraan een volle aflaat is verbonden [jeneraal-abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
generale biecht algemene biecht: algemeine bich (Neerbeek) Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)] III-3-3
geraamte geraamte: geréémte (Neerbeek) geraamte [N 10a (1961)] III-1-1
gestichte mis gestichte mis: gestichte mès (Neerbeek) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
getuige bruidsknecht: broedsknech (Neerbeek), bruidsmeid: broedsmaat (Neerbeek) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] III-2-2
gevallen engelen duivels: duvele (Neerbeek) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevormd worden gevormd worden: gevörmd wèère (Neerbeek) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
gewelf gewelf: gewölf (Neerbeek) Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
geweten geweten: gewete (Neerbeek) Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)] III-3-3