e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerbeek

Overzicht

Gevonden: 1219

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afraffelen afraffelen: afraffele (Neerbeek) (te) snel bidden, een gebed afraffelen. [N 96B (1989)] III-3-3
afwasteil, afwasbak afwasbak: aafwésjbak (Neerbeek) afwasbak [N 07 (1961)] III-2-1
agnus dei agnus dei: Agnus Dei (Neerbeek) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3
akker land: lanjtj (Neerbeek), stuk: štø̜k (Neerbeek) Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.] I-8
akkergrens, grensvoor reen: ręi̯n (Neerbeek) De grens tussen twee afzonderlijke akkers in de vorm van een diepe voor die met de ploeg getrokken wordt. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen øvoorŋ resp. øvoordŋ het lemma ɛploegvoorɛ (wld I.1, blz. 105-106).' [N 11, 56; N 11A, 120; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; L B2, 268; L 24, 27; L 41, 24; monogr.] I-8
akte akte: aktes (Neerbeek) Een oefening/akte/akt van geloof, hoop, liefde, berouw [üboeng]. [N 96B (1989)] III-3-3
allerheiligen allerheiligen: allerheilige (Neerbeek), Allerheiligen (Neerbeek) 1 november Allerheiligen [allerhillieje]. [N 96C (1989)] || Allerheiligen. [N 06 (1960)] III-3-3
allerzielen allerzielen: allerzaile (Neerbeek), Allerzièlen (Neerbeek) 2 november, Allerzielen [allerzieële]. [N 96C (1989)] || Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
altaar altaar (<lat.): eltjer (Neerbeek) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
altaarbel bel: bel (Neerbeek) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3