e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerbeek

Overzicht

Gevonden: 1219
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerstboom kerstboom: kèèsjboum (Neerbeek) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstkribbe kerstkribbetje: kèèsjkrubke (Neerbeek) Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstnacht kerstnacht: kèèsjnach (Neerbeek) De nacht van 24 op 25 december waarin Christus geboorte herdacht wordt, kerstnacht [krisnach]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerststal kerststal: kèèsjstal (Neerbeek) Een kerststal. [N 96C (1989)] III-3-3
kievit kievit: kievit (Neerbeek) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
kindercommunie kindercommunie (<lat.): kènjercommune (Neerbeek) Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderdoop kinderdoop: kinjerdoup (Neerbeek) Een kinderdoop. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderfiets kinderfiets: kènjerfits (Neerbeek) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar kleine kinderen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
kinderkoor kinderkoor: kènjerkoar (Neerbeek) Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)] III-3-3
kindermis kindermis: kènjermès (Neerbeek) Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3