e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerbeek

Overzicht

Gevonden: 1219
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
palmtakje palmtakje: paumtèkske (Neerbeek) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakjes plaatsen palmpje steken: paimke stèke (Neerbeek) Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmen wijden: paume wiee (Neerbeek) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
palmzondag palmzondag: paumzondig (Neerbeek) De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
pannenkoek pannenkoek: Syst. WBD  pannekook (Neerbeek) Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenkoekenbeslag pannenkoekendeeg: Syst. WBD  pannekookedeig (Neerbeek) Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)] III-2-3
pap pap: Syst. WBD  pap (Neerbeek) Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
paradijs paradijs: paredies (Neerbeek) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
parochie parochie: parochie (Neerbeek) Een parochie. [N 96D (1989)] III-3-3
pasen pasen: paosje (Neerbeek) Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3