e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerglabbeek

Overzicht

Gevonden: 2098
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brandstof stokens: genitiefsvorm Zuu èè gruut hûs kimt te deer aan stukes  stukes (Neerglabbeek) het stoken III-2-1
brede buikriem onderlicht: o.ndǝrlext (Neerglabbeek) Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73] I-10
brede landweg dreef: drē̜f (Neerglabbeek) Brede landweg of een niet-openbare weg door bouw- of weiland. [N 5A, 75a; S 7; Wi 17; L 23, 31a; L 23, 31b; L 1a-m; L 40, 25; monogr.] I-8
breeddorser breeddorser: bręi̯dǫrsǝr (Neerglabbeek) Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
breien strikken: kö:səstrekke (Neerglabbeek) Kousen breien. [ZND 22 (1936)] III-1-3
breinaald strikijzer: strəkīzərs (Neerglabbeek) Hoe heten de stalen pennen waarmee gebreid wordt? [ZND 22 (1936)] III-1-3
brem brem: bröm (Neerglabbeek) brem III-4-3
breuk hij is gebroken: hij es gebr"kə (Neerglabbeek) hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2
brief brief: brēf (Neerglabbeek) brief [ZND m] III-3-1
briesen spruisen: sprű.sǝ (Neerglabbeek) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9