e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerharen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
petroleumlamp lampe belge: lamp met dikke bel, zowel staande als hangende  lampbeͅlš (Neerharen), quinquet: staande koperen lamp in huiskamer  keͅnkē (Neerharen) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
peul peul: poal (Neerharen), schaal: mv. ß@l\\  šal (Neerharen) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] || groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) peul: pool (Neerharen), schaal: šal (Neerharen), šāl (Neerharen) [Goossens 1b (1960)] [N Q (1966)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: paolə (Neerharen), poolen (Neerharen) [N Q (1966)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulerwten erwten met de schaal: erten met de sjaal (Neerharen), sokkererwten: sokəreͅrtə (Neerharen) [Goossens 1b (1960)]De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)] I-7
peulvruchten doppen peulen: po͂ͅlə (Neerharen) erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)] III-2-3
pezen pezen: pɛjzǝ (Neerharen) [N 28, 63; Veldeke 15, 22; monogr.] II-1
pezerik pezerik: pęzǝręk (Neerharen) De uitgesneden roede of zaadstreng van een mannelijk varken na het slachten. Veelal gebruikt men deze zaadstreng om er de zaag of schaaf mee in te smeren. Ook werkschoenen vet men ermee in. ''s Winters wordt hij als voer aan de vogels, vooral de mezen, gegeven, soms ook met de bedoeling om de vogels te vangen. [N 28, 71; N 28, 72; monogr.] II-1
piepen piepen: pipǝ (Neerharen) Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.] I-12
pijpjesmuts? gepinde muts: gepinde muts [gəpendə møͅts} (Neerharen) pijpjesmuts, in de betekenis van soort muts; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3