34171 |
verkeerd liggen |
verdraaid liggen:
verdraaid liggen (Q096c Neerharen)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
ich ben verkaud (Q096c Neerharen)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
kou:
dich kreichs ene kau (Q096c Neerharen)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
21685 |
verkwanselen |
versjacheren:
ps. omgespeld volgens Frings.
vəršaxərə (Q096c Neerharen)
|
Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21659 |
verlagen |
afdoen:
ps. omgespeld volgens Frings.
āfdōn (Q096c Neerharen)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34165 |
verlopen |
niet vol zijn:
(de koe is) nēt vǫl (Q096c Neerharen)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
20576 |
verschaald |
verschaald:
ver-sjaald (Q096c Neerharen)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
slag:
slāx (Q096c Neerharen)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
22349 |
verstoppertje spelen |
verstekertje spelen:
/
versteërke spele (Q096c Neerharen)
|
/ [SND (2006)]
III-3-2
|
34235 |
verstopte speen |
lamme deem:
lam dē̜m (Q096c Neerharen)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|