18673 |
mannenkleren |
manskleren:
manskleijer (L321p Neeritter)
|
mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18703 |
mantelpak |
mantelpak:
mantelpak (L321p Neeritter),
tailleur (fr.):
Van Dale (FN): tailleur, 2. mantelpak.
tailleur (L321p Neeritter)
|
mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24601 |
maretak |
heksennest:
heksenest (L321p Neeritter)
|
maretak {afb}, een op bomen woekerende plant waaran de stengel gaffelvormig vertakt is met lepelvormige altijd groene bladeren, de vrucht is witte, soms gele bes [N 37 (1971)]
III-4-3
|
24945 |
marmer |
marmer:
marmer (L321p Neeritter)
|
marmer [SGV (1914)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
beeldj (L321p Neeritter)
|
Marmeren beeld. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
22440 |
masker |
mommegezicht:
Opm. vastenavond.
mômmegezicht (L321p Neeritter)
|
masker [SGV (1914)]
III-3-2
|
33044 |
mathaak |
pikhaak:
pekhǭk (L321p Neeritter)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
25940 |
matig windje |
flauw windje:
flǫw wenjdjǝ (L321p Neeritter)
|
Een wind, juist sterk genoeg om te kunnen draaien. [N O, 9c]
II-3
|
19393 |
matras |
matras:
matras (L321p Neeritter)
|
Het algemene woord voor een met stro, paardehaar, kapok, veren enz. stijf gevulde beddezak die dient als onderbed (matras, bed) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18414 |
matrozenpakje |
matrozenpakje:
matrozenpekske (L321p Neeritter)
|
matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)]
III-1-3
|