e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pet met opstaand bovenstuk zijden klak: zieje, hoeog klak (Neeritter) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen klak: klak (Neeritter, ... ) pet [SGV (1914)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
petroleumamp lamp: petroleumhouder met brander en gewoon recht glas  lamp (Neeritter), petroliumhouder met brander en gevorm reekt glas  lamp (Neeritter) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
petroleumlamp quinquet: lamp met brander waaraan bevestigd koperen ring 20 tot30 cm wit voor kap en gekleurd en glas gebruikt voor meer licht  kingkeer (Neeritter) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
peul bonenschaal: boenesjale (Neeritter), erwtenschaal: ertesjale (Neeritter) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] III-2-3
peul, dop (znw) schaal: sjale (Neeritter) [N Q (1966)] I-7
peulen, doppen (ww.) uitdoen: oetdoon (Neeritter) [N Q (1966)] I-7
peulvruchten afhalen bonen ranken: boeane renge (Neeritter), liezen: leeze (Neeritter), ranken: renge (Neeritter) boonen afhalen [SGV (1914)] || erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)] III-2-3
peulvruchten doppen uitdoen: oetdoon (Neeritter) erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)] III-2-3
pezen pezen: pēzǝ (Neeritter) [N 28, 63; Veldeke 15, 22; monogr.] II-1