18627 |
pet met opstaand bovenstuk |
zijden klak:
zieje, hoeog klak (L321p Neeritter)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18281 |
pet: algemeen |
klak:
klak (L321p Neeritter, ...
L321p Neeritter)
|
pet [SGV (1914)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19603 |
petroleumamp |
lamp:
petroleumhouder met brander en gewoon recht glas
lamp (L321p Neeritter),
petroliumhouder met brander en gevorm reekt glas
lamp (L321p Neeritter)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19547 |
petroleumlamp |
quinquet:
lamp met brander waaraan bevestigd koperen ring 20 tot30 cm wit voor kap en gekleurd en glas gebruikt voor meer licht
kingkeer (L321p Neeritter)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21063 |
peul |
bonenschaal:
boenesjale (L321p Neeritter),
erwtenschaal:
ertesjale (L321p Neeritter)
|
de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
schaal:
sjale (L321p Neeritter)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
uitdoen:
oetdoon (L321p Neeritter)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
bonen ranken:
boeane renge (L321p Neeritter),
liezen:
leeze (L321p Neeritter),
ranken:
renge (L321p Neeritter)
|
boonen afhalen [SGV (1914)] || erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)]
III-2-3
|
20815 |
peulvruchten doppen |
uitdoen:
oetdoon (L321p Neeritter)
|
erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)]
III-2-3
|
25420 |
pezen |
pezen:
pēzǝ (L321p Neeritter)
|
[N 28, 63; Veldeke 15, 22; monogr.]
II-1
|