e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
put dumpel: dømpǝl (Neeritter), dø̄mpǝl (Neeritter) Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a] II-9
putemmer putemmer: pøͅtømər (Neeritter) [N 12 (1961)] I-7
putgalg staak: staak (Neeritter), stāk (Neeritter) [N 12 (1961)] I-7
puthaak schepstek: sxøͅpstɛk (Neeritter) [N 12 (1961)] I-7
putter putter: pötter (Neeritter) putter III-4-1
putzwengel putbalk: putbalk (Neeritter), wip: wøp (Neeritter) [N 12 (1961)] [SGV (1914)] I-7
pyjama pyjama {pijama}: pyama (Neeritter) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
raad raad: roat (Neeritter) raad [SGV (1914)] III-1-4
raadsel(tje) raadsel(tje): raodsel (Neeritter), rödselke (Neeritter) raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)] III-3-2
raampje in een poort kijkgat: kik˲gāt (Neeritter) Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b] I-6