e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snor snor: snor (Neeritter), šnor (Neeritter) snor (knevel) [DC 01 (1931)] III-1-1
snot snot: snot (Neeritter) Coryza avium contagiosa of snot is een verkoudheid, gepaard gaande met neusvloeiing. De kippen hebben zwarte natte neuzen, ze niezen en de ademhaling kan bemoeilijkt zijn. De ogen zijn vochtig; de leg is teruggelopen en de eetlust is verminderd. Snot als alleenstaande ziekte is niet zo ernstig, meestal gaat snot gepaard met andere ademhalingsziekten. [N 19, 64; monogr.] I-12
snotneus snotternaas: snooternaas (Neeritter), snotterneus: snoternaas (Neeritter), vuil neus: voel naas (Neeritter) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] || snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-2, III-1-4
snuit snoet: snōēt (Neeritter), snuit: snōēt (Neeritter), snūt (Neeritter), Plat.  snoet (Neeritter, ... ), snuits: snoets (Neeritter) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] || neus [DC 01 (1931)] || Snuit [SGV (1914)] I-12, III-1-1, III-4-2
snurken snurken: snorke (Neeritter) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
soep sop: sop (Neeritter, ... ) soep [SGV (1914)] || Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soep van ingewanden varkenssoep: Na het slachten van het varken  verkussop (Neeritter) Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)] III-2-3
soepketel, waterketel marmiet: hoge ketel met hengsel, waarin vooral bouillon en soep werd gekookt, van binnen vertind.  marmiet (Neeritter) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepterrine roompot: roumpot (Neeritter), soepterrine: soeptrien (Neeritter) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
soevereinboor, verzinkboor verzinkboor: vǝrzɛŋk˱bōr (Neeritter) Algemene benaming voor de verschillende soorten boorijzers waarmee voorgeboorde gaten conisch kunnen worden vergroot. De soevereinboor wordt onder meer gebruikt om koppen van schroeven en klinknagels te kunnen verzinken, maar ook om bramen uit boorgaten te verwijderen. Zie ook afb. 115. [N 33, 135; N 33, 144; N 33, 145; N 33, 164] II-11