e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

Gevonden: 4545
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dal, vallei laagte: lîêgdje (Neeritter) laagte [SGV (1914)] III-4-4
damesblouse bloes: bloes (Neeritter) damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)] III-1-3
dameshoed? dameshoed: dameshood (Neeritter) dameshoed [N 25 (1964)] III-1-3
dameslaars steveltje: stevelke (Neeritter) vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)] III-1-3
damesmantel mantel: manjtel (Neeritter, ... ), mantjel (Neeritter), mantjels (Neeritter) damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || mantel [SGV (1914)] || mantels (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
dammen houten schenen: hǫwtǝ šēnǝ (Neeritter) De stroken hout tussen de lemmers. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛlemmersɛ.' [N O, 10l] II-3
damp, stoom stoom: stoum (Neeritter) stoom [SGV (1914)] III-4-4
dar homel: hø̄mǝl (Neeritter) Het mannelijk dier in het bijenvolk. De dar is geboren uit een onbevruchte eicel. In de bijenwoning doet hij niets anders dan eten. Zijn enige functie is het helpen warm houden van het broed door zijn aanwezigheid. Onmisbaar zijn de darren voor de bevruchting van de jonge koningin. Na de paring sterft de dar. De darren worden in mei of vlak daarna geboren. Als het bijenjaar ten einde spoedt, in augustus of september, worden de darren verdreven door de werksters en sterven zij. De dar heeft geen angel. Voor het woorddeel (-bij) leest men de woordtypen bij/bie en bien. In welke plaatsen deze woordtypen respectievelijk voorkomen, ziet men in het lemma Bij. Voor de fonetische documentatie ervan wordt ook verwezen naar het lemma Bij. [N 63, 12c; S 3; L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 2; R 3, 42; A 9, 2; Ge 37, 2; monogr.] II-6
darm darm: derm (Neeritter) darm [DC 02 (1932)] III-1-1
darmen aarsdarm: ārtsdɛrm (Neeritter), blinde darm: blenjǝ dɛrm (Neeritter), dikke darm: dekǝdɛrm (Neeritter), kransdarm: kransdɛrm (Neeritter), rechte darm: rɛxtǝ dɛrm (Neeritter) In dit lemma zijn ge√Ønventariseerd de benamingen voor verschillende darmsoorten. Exact uitsplitsen van de benamingen die alleen op darmsoorten van het varken of op die van het rund duiden, was niet goed mogelijk. Men mag er echter van uitgaan dat een groot aantal benamingen van toepassing is zowel op de darmen van het rund als op die van het varken. In het lemma is een splitsing aangebracht tussen de algemene benamingen voor darmen en de benamingen voor de verschillende soorten. [N 28, 86; monogr.] II-1