e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

Gevonden: 4545
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dennennaalden dennenspangen: dennespang (Neeritter), spangen: spange sjarre = met hark bijeenwerken  spang (Neeritter) dennennaald [SGV (1914)] III-4-3
dennenwortel pielwortel: pielwortel (Neeritter) penvormige wortel van een denneboom [N 27 (1965)] III-4-3
derde grasoogst derde snede: dē̜rdǝ snēi̯ (Neeritter) Het gras dat in de derde beurt wordt afgegraasd; vaak vindt men dezelfde naam als de derde hooioogst, die immers ook vaak wordt afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 129c] I-3
derde hooioogst nawei: nǭwęi̯ (Neeritter) Uitdrukkelijk gevraagd naar de derde hooioogst, gaven sommige informanten de volgende antwoorden; vaak werd deze derde oogst echter niet meer gemaaid maar door de koeien of schapen afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128d] I-3
deugniet deugeniet: deugeneet (Neeritter) deugniet [SGV (1914)] III-1-4
deuk in een hoed dumpel: dumpel (Neeritter), kloof: kluif (Neeritter) deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)] III-1-3
deur deur: dø̄r (Neeritter) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
deurknop, deurklink klink: klink (Neeritter) Knop of handgreep waarmee men een deur opent of sluit (klink, kruk, knop) [N 79 (1979)] III-2-1
deurkruk, deurklink klink: kleŋk (Neeritter) Handvat met ijzeren pin dat door de deurstijl in het slot wordt gestoken en dient om de dagschoot van het slot terug te kunnen trekken. Zie ook het lemma 'Dagschoot'. In Q 95 werd het woord 'klink' zowel gebruikt voor de ring of kruk aan de buitenkant van een deur waarmee men het sluitijzer kon oplichten, als voor het sluitijzer aan de binnenkant van de deur. [N 54, 100; N 79, 8; monogr.; Vld.] II-9
deurstijlen deurstijlen: dø̄rstīlǝ (Neeritter) De stijlen van de deur in de voorweeg van de standerdmolen. [N O, 45j] II-3