e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L368p plaats=Neeroeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
staart staart: start (Neeroeteren, ... ), staartje: stertje (Neeroeteren) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [ZND 07 (1924)] || staartje [ZND 38 (1942)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-11, I-9, III-4-2
staartriem staartleer: stɛrtlē̜r (Neeroeteren), staartriem: startrēm (Neeroeteren) Riem die onder de staart van het paard doorloopt en aan het haam of aan het borsttuig is vastgemaakt als het paard geen zadel draagt. Dit onderdeel van het paardetuig was al aan het verdwijnen in de laatste fase van het met kar en paard rijden. Het belet dat het haam naar voren schuift als het paard het hoofd buigt. [JG 1b, 1c, 2b, 2c; monogr.] I-10
stad stad: stat (Neeroeteren) stad [RND] III-3-1
stal stal: sta.l (Neeroeteren), stã.l (Neeroeteren) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stamboekstier (ene) uit stamboek: au̯t stambōk (Neeroeteren) Stier waarvan de gegevens betreffende afkomst e.d. in een stamboek staan ingeschreven: raszuivere stier. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b] I-11
stamppot potage: petazie (Neeroeteren), aardappelen samen met groente gekookt en geplet.  petazie (Neeroeteren), Fr. pour tout potage: alles door elkaar genomen  petazie (Neeroeteren) stamppot van aardappelen, vlees en groewnten || Stamppot, heel in het algemeen [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)] III-2-3
stamppot wortelen potenmoes: Van èèrpel, pute en kreppelkes spek möt ein butersaus: doavan kos gruutsje het lekkerste putemoos make  putemoos (Neeroeteren), potenstomp: putestòmp (Neeroeteren) wortelpuree III-2-3
standbeeld standbeeld: stantbe.lt (Neeroeteren, ... ) standbeeld [RND] III-3-2
stapvoets gaan stappen: stapǝ (Neeroeteren) De langzaamste gang van het paard (stap, draf, galop) waarbij de vier voeten in de volgende volgorde opgeheven en weer neergezet worden: links achter, links voor, rechts achter, rechts voor, links voor, rechts achter, rechts voor en links achter. Zijn de vier hoefslagen niet duidelijk hoor- en zichtbaar, dan noemt men de stap onregelmatig. Zie afbeelding 8. [N 8, 81a] I-9
station statie (<lat.): ich hèb miene paraplie in de statie laoten staon (Neeroeteren) Ik heb mijn paraplu in het station laten staan [ZND 46 (1946)] III-3-1