e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L368p plaats=Neeroeteren

Overzicht

Gevonden: 3933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebreide kous gestrikte hoos: gestrikte hoes (Neeroeteren), gestrikte kous: gestrikte kous (Neeroeteren) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts wollen muts: woͅlə məts (Neeroeteren) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3
gebrekkig gebrekkig: eine gebrieekige minsch (Neeroeteren), gebreckige (Neeroeteren), mankementig: eine makkementige minsch (Neeroeteren) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] || gebrekkig [ZND 01 (1922)] III-1-2
gebrekkig persoon gebrekkige mens: eine gebrieekige minsch (Neeroeteren), mankementige mens: eine makkementige minsch (Neeroeteren), sukkelaar: suggelèr (Neeroeteren) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebroeders; niet gebruiken gebroers: zn van broor ook breers  gebreers (Neeroeteren) gebroeders III-2-2
gebruik gebruik: gebriek (Neeroeteren, ... ), gewente: gewientje (Neeroeteren), gewénte (Neeroeteren), gewoonte: gewoente (Neeroeteren), gewoënte (Neeroeteren), manier: meneer (Neeroeteren) Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] || Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] || Gebruik. [ZND 01 (1922)] III-3-2
gedenken; gedachtenis rappeleren: Fr. se rappeler  rappelère (Neeroeteren), Fr. se rappeler Ich rappelèèr dich eraan deste good op ti-jd moos kòmme  rappelère (Neeroeteren) doen herinneren || zich herinneren III-1-4
gedienstig behulpzaam: hèe is behèlpzaam (Neeroeteren), gedienstig: hè is gedeenstig (Neeroeteren, ... ), hèe is gedeenstig (Neeroeteren), gewillig: hè is gewillig (Neeroeteren) Hij is gedienstig (geneigd om dienst te bewijzen). [ZND 35 (1941)] III-1-4
gedrongen postuur gestuikt: hɛ. is xəstu:kt (Neeroeteren) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedrukt opengeschuurd: ūǝpǝgǝšōrt (Neeroeteren) Een slecht passend tuig - vooral het gareel bij het trekken - drukt door op de huid. Het paard krijgt drukwonden en vlekken. Vgl. het lemma ''witte vlekken'' (7.34). [N 8, 94b] I-9