e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeroeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neusvleugel neusvleugel: na:zvli:əgəl (Neeroeteren), naasvliegel (Neeroeteren) neusvleugel [N 10b (1961)] || Neusvleugel: beweeglijke buitenwand van een neusgat (neusvleugel, neusvleuger) [N 106 (2001)] III-1-1
nicht nicht: nicht (Neeroeteren) nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)] III-2-2
nier nier: ne:r (Neeroeteren) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niet drachtig leeg: lē̜x (Neeroeteren) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
niet in elkaar grijpen verlopen: vǝrlø̜j.pǝ (Neeroeteren) Gezegd van kammen en staven, respectievelijk raderen die niet goed in elkaar grijpen. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛin elkaar grijpenɛ.' [Jan 114; Coe 88; Grof 111] II-3
niet passen niet passen: det kleit past neet (Neeroeteren) Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] III-1-3
nietsnut luizenkloot: Ich verstoan neet, detter zich möt zuu eine lûzekluut wiltsj ophauwe  lûzekluut (Neeroeteren), luizenkramer: Letterlijk  lûzekriêmer (Neeroeteren) (marktkramer) van niks || vent van niks III-1-4
nieuwe maan nieuwe maan: nuw moan (Neeroeteren) schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
nieuwjaar nieuwjaar: noewjaor (Neeroeteren) Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)] III-3-2
nieuwsgierig nieuwsgierig: nûwsjiêrig (Neeroeteren) nieuwsgierig III-1-4