20339 |
stiefvader |
stiefvader:
steefvajer (L368p Neeroeteren)
|
De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20342 |
stiefzoon |
stiefzoon:
steefzoën (L368p Neeroeteren)
|
De zoon van een tweede man of vrouw (stiefzoon) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20579 |
stiekem eten |
sneuken:
sneͅi̯kə (L368p Neeroeteren)
|
stiekem eten; Hoe noemt U: Steeds weer stiekem eten (knaffelen, knaspelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
34050 |
stier |
duur:
dēr (L368p Neeroeteren),
var:
var (L368p Neeroeteren)
|
Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15]
I-11
|
18003 |
stijf van vingers en handen |
stram:
stramp (L368p Neeroeteren)
|
stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19327 |
stijfkop |
kwade saro:
Het is afgel, van het reg.ww. sarren en het zn. een sar: plaaggeest z ook sakker, gedwèringde
eine koaje saro (L368p Neeroeteren),
lastige saro:
eine lestige saro (L368p Neeroeteren),
sakker:
sakker (L368p Neeroeteren),
stijfkop:
sti-jfkop (L368p Neeroeteren),
stijverik:
sti-jferik (L368p Neeroeteren),
warserik:
wèèrserik (L368p Neeroeteren),
warskop:
wèèrskop (L368p Neeroeteren, ...
L368p Neeroeteren),
warszak:
wèèrszak (L368p Neeroeteren)
|
dwarskop || koppigaard || kwaadaardige dwarskop
III-1-4
|
19641 |
stijfsel |
stijf:
samen met znd 7, 48
stīf (L368p Neeroeteren),
stijfsel:
samen met znd 7, 48
stivsəl (L368p Neeroeteren),
stīfsəl (L368p Neeroeteren)
|
de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
19642 |
stijfselpap |
stijfsel:
stiefsel (L368p Neeroeteren),
stiefsels (L368p Neeroeteren),
stievsel (L368p Neeroeteren),
stijfselpap:
stiefselpap (L368p Neeroeteren)
|
stijfselpap [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
33979 |
stijgbeugels |
stijgbeugels:
stibī.gǝls (L368p Neeroeteren)
|
Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b]
I-10
|
18014 |
stikken |
stikken:
stikken (L368p Neeroeteren)
|
Stikken: sterven door ademgebrek (stikken, verstikken) [N 106 (2001)]
III-1-2
|